WP1

Woordpakket 1: Herhaling van de regels van het 2de leerjaar




We sorteren de woorden volgens regel:
bank - donker - hangt - ingang 
          ng of nk? Ik maak het woord langer (verlengen),
                          zo hoor ik wat ik moet schrijven.
                          bv. banken, ingangen

grond - brandweer
          d of t? Ik maak het woord langer (verlengen),
                          zo hoor ik wat ik moet schrijven.
                          bv. gronden, branden
 
weide - vrijdag
          ei of ij? Ik denk aan het ei-lied, ei-plaat,...
                       Woorden met een ei ik moet onthouden!

heb - kruipt
          b of p? Ik maak het woord langer (verlengen),
                          zo hoor ik wat ik moet schrijven.
                          bv. hebben, kruipen
 
kooien - mooiste - draaiden
          aai, ooi, oei?  Ik hoor een j maar ik schrijf een i.
                         

schreeuwt - nieuw
           eeuw, ieuw?  Vergeet de u niet in ieuw en eeuw

blauw - ouders
          au of ou? Ik denk aan het au-lied, au-plaat,...
                       Woorden met een au ik moet onthouden!

lach- vrijdag
          ch of g? Meestal een g op het einde van een woord/lettergreep,
                       de woorden met -ch moet je onthouden.

wacht
          cht of gt? Na een korte klank -cht behalve ligt legt en zegt.
                          Dit onthou je met het zinnetje:
                         De kip ligt in het hok, legt een ei en zegt toktok.


Oefen je mee?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten