Woordpakket 15: Herhaling
Als je goed kijkt merk je direct dat het om een herhalingspakket gaat.
We herhalen volgende regels van het 2de leerjaar:
- woorden met de tweeklanken -eeuw en -ieuw
- woorden met -uw
- woorden met -nk en -ng
- woorden met -cht of -gt
De regels met een woordje uitleg:
1. De tweeklanken -ieuw en -eeuw
Als je ieuw en eeuw uitspreekt hoor je de u niet.
Vandaar de regel: Vergeet de u niet in ieuw en eeuw.
2. De woorden met -uw
Als ik woorden met -uw uitspreek klinkt de u lang bv. sluw, schuw, duw,... maar die mag je niet lang schrijven.
Vandaar de regel: De -u schrijf je steeds enkel voor de -w.
3. Woorden met -ng of -nk
Soms hoor je het verschil niet goed tussen -ng en -nk. Je moet het soms echt afleiden uit de context van de zin bv. Die dame is slan... .
Voor deze woorden is er een eenvoudige oplossing, door je woord te verlengen hoor je het bv. slanke of slangen Mijn zin wordt dan: Die dame is slank.
Vandaar de regel: -ng of -nk? Verlengen!
4. Woorden met -cht of -gt?
Het klinkt allebei hetzelfde, neem bijvoorbeeld nacht en slaagt.
Toch hoor je aan mijn gekozen voorbeelden het verschil:
- ik schrijf -cht na een korte klank nacht,
- ik schrijf -gt na een lange klank slaagt.
Er zijn echter enkele uitzonderingen die we onthouden aan de hand van het prachtige zinnetje:
De kip ligt in het hok, legt een ei en zegt tok, tok.
Eigenlijk zijn het allemaal werkwoorden maar dat moet mijn 3de klasje nog niet weten ;-)
Vandaar de regel: Na een korte klank schrijf je altijd -cht, behalve ligt, legt en zegt.
Een hele boterham aan regels dus maar wel allemaal al aangebracht
in het 2de leerjaar.
In de klas maakten we dus volgende indeling:
Oefen je mee?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten