zondag 15 december 2013

Woordpakket 12: Verenkelen of verdubbelen + woorden met ch



1. Verenkelen of verdubbelen

Dit schema ken je al:
Een voorbeeldje van elk:

fakkels: ik hoor fa       een korte a
                              dus ik moet verdubbelen (1 klinker 2 medeklinkers)-->  fakkels

koning: ik hoor ko      een lange oo
                           dus ik moet verenkelen (1klinker 1 medeklinker) -->   koning
 

Let goed op! In 1 woord kan je verschillende regels tegelijk moeten toepassen.
gevaren 
   - doffe e andere klank--> ik doe gewoon 
   - verenkelen (lange aa)

2. Woorden met -ch

De woorden met de -ch moet je onthouden want meestal schrijven we -g.

lachen - kachel - lichaam


Geen opmerkingen:

Een reactie posten